Stap 14

Puntlassen:

1. Vijl op je beugel een klein plat vlakje op de plaats waar de tandjes moeten komen.

2. Vraag het rondijzer van 3mm voor de tanden aan je leerkracht en zaag een stukje af van ongeveer 40mm.

3. Bekijk infofiche spangereedschappen. (Van 00:45 - 02:03 & 03:29 - 04:29)

   1. Zorg dat je weet hoe je een griptang moet instellen en losmaken.

4. Span de beugel en het kleine staafje stevig op met een griptang.

5. Laat controleren door je leerkracht.

6. Bekijk infofiche puntlassen.

   1. Zorg dat je goed weet hoe je fouten kan herkennen in de werkwijze. (vonkjes)

   2. Zoek in het filmpje minstens 3 verschillende voorbeelden van risico's die met puntlassen te maken hebben.

      1. Noteer deze risico's in je presentatie en geef bij elk voorbeeld aan op welke manier je dit veiligheidsrisico gaat beperken.

         
         

7. Doe alle nodige beschermingsmiddelen (PBM) aan.

8. Vraag toestemming aan de leerkracht om te puntlassen!

   1. Zet de pulsduur op 25ms.

   2. Zet ongeveer om de 1mm een nieuwe puntlas.

   3. Laat iemand een foto trekken terwijl jij aan het puntlassen bent. (Dia 11: Maken - Beugel)

   4. Koel na het puntlassen je werkstuk zeker niet onder water maar laat het rustig afkoelen. Anders zal je werkstuk harder worden en is het bijna niet meer te vijlen.

Na het puntlassen is het kleine rondijzer wat gesmolten en vervormd. Je moet dus eerst zorgen dat het terug een mooie rechte vorm heeft, evenwijdig met het grote rondijzer. (Zie foto)

Vijlen:

1. Span je beugel op in je bankschroef.

   1. Laat het gelaste stuk een beetje uit de bankschroef steken.

2. Vijl met een halfzoete vijl tegen het kleine rondijzer in de lengterichting van je beugel. (foto)

   1. Zorg dat je mooi evenwijdig met de beugel vijlt. (gele streeplijn op foto)

   2. Vijl goed in het hoekje tussen het grote rondijzer en het kleine gelaste staafje.

   3. Doe dit alleen aan de twee zijkanten en nog niet aan de bovenkant.

   4. Laat iemand een foto trekken voor in je presentatie. (Dia 11: Maken - Beugel)

3. Laat controleren door je leerkracht wanneer je denkt dat het goed is.

4. Als het goed is kan je ook de bovenkant een beetje vlakvijlen.

   1. Let op dat je niet te veel wegvijlt. Anders zal je hangslot niet op slot kunnen!

5. Werk bij tot je beugel in de voorziene gaten van je slothuis past en vlot op en neer kan bewegen.

6. Laat controleren door je leerkracht.

7. Steek de beugel helemaal in je slothuis, en span het samen op in een bankschroef.

   1. Gebruik spanplaatjes om je slothuis niet te beschadigen.

8. Zaag met een juniorzaagje langs de binnenkant van de sleuven tot je op het grote rondijzer zit. (foto)

9. Doe dit voor alle 3 de sleuven.

10. Vijl met een sleutelvijltje alle materiaal weg wat in de sleuven van het slothuis te zien is.

11. Maak een foto v an je afgewerkte beugel voor in je presentatie. (Dia 11: Maken - Beugel)

Onderdelen monteren:

1. Leg al je onderdelen open op de werkbank. (Slothuis, code ringen, beugel)

2. Trek een foto voor in je presentatie. (Dia 12: In gebruik nemen)

3. Monteer alle onderdelen en trek een nieuwe foto voor in je presentatie.