​

• Onderbreek geen gesprek. Als je een vraag hebt voor iemand die in gesprek is moet je even wachten.

• Geef pas je mening als daarom gevraagd wordt.

• Zeg alsjeblieft.

• Spreek iemand alleen maar aan met zijn of haar naam. Bijnamen zijn voor buiten de school.

• Je moeder… heeft waarschijnlijk niets misdaan. We spreken dan ook niet over elkaars familieleden, tenzij het positief is!

• Reageer niet onmiddellijk als je boos bent. Daar krijg je achteraf meestal spijt van!

• Wees eerlijk!

• Met een glimlach op je gezicht krijg je van iedereen veel meer gedaan.

Het kan al eens leuk zijn om een andere leerling te plagen. Maar spelen in een praktijklokaal kan echt niet. Vooral voor de veiligheid van jou en andere leerlingen, zal ik hier zeer streng in zijn! Diegene die de speelvogel uithangt in het praktijklokaal zal een straftaak krijgen, of zelfs uit de klas gezet worden.
 

Hij is begonnen, nee hij is begonnen, Nee ik ben niet begonnen, hij is begonnen. Nee hij is begonnen. Och ik zou nooit over zoiets beginnen, jij bent begonnen. Toch is hij begonnen meneer. Dat is niet waar. Je liegt, je bent zelf begonnen. Nee jij bent begonnen, je bent vorige keer ook al begonnen. Oooh dat is niet waar, nu zeg je dat ik vorige keer begonnen ben terwijl je vorige keer zelf begonnen bent. Ja dat is waar, maar nu ben jij begonnen.

Het maakt niet altijd uit wie begonnen is. Als het probleem maar opgelost geraakt. Als je 13 à 14 jaar bent is het normaal dat je je nog soms kinderachtig gedraagt. Maar als je niet meer wil behandeld worden als een kindje van de lagere school moet je je ook niet zo gedragen!

5 typische voorbeelden van kinderachtig gedrag:

1. Pennenzak verstoppen

2. Geluidjes roepen

3. Iets niet kunnen toegeven

4. Bewust reacties uitlokken

5. Niet tegen je verlies kunnen

Korte antwoord: zelfstandigheid en verantwoordelijkheid!

​

In het vak STEM werken jullie altijd in 4 groepjes aan je eigen project. Twee belangrijke doelen dat ik in dit vak wil bereiken zijn zelfstandigheid en verantwoordelijkheid.

​

Verantwoordelijkheid:
Jij bent zelf verantwoordelijk voor jouw inzet en gedrag tijdens de lessen. Meer daarover kan je in klasregel #4 lezen.

​

Zelfstandigheid:

In dit vak zijn er per project zeer uitgebreide stappenplannen mét voorbeelden, werktekeningen, filmpjes én foto's voorzien. Ik verwacht van mijn leerlingen dat ze zelf op zoek gaan naar wat ze moeten doen door deze stappen aandachtig te LEZEN. Heel vaak merk ik dat leerlingen hiervoor te lui zijn en aan mij komen vragen wat ze moeten doen. Het antwoord dat je dan altijd kan verwachten is dat je zelf het stappenplan moet lezen. 

Als je echt met een probleem zit kan ik je natuurlijk wel helpen. Ik vind het dan altijd fijn als je als leerling eerst zelf een oplossing probeert te bedenken.

Er is maar één persoon die verantwoordelijk is voor jouw gedrag, inzet, punten en toekomst, … en dat ben jij zelf.
 

Vanaf de leeftijd van ongeveer 12 jaar wordt van kinderen steeds meer en meer verantwoordelijkheid verwacht. In ruil voor die verantwoordelijkheid krijgen ze stilaan meer en meer vrijheid om zelf te beslissen hoe en wat ze doen.
Dit is echter een geleidelijk proces dat jaren duurt, en zal niet altijd gemakkelijk verlopen.

Verantwoordelijkheid betekent:

• Het instaan voor het eigen handelen.

• Verantwoordelijkheidsgevoel is het bewustzijn dat jij je plicht naar behoren moet uitvoeren
   

Leerkrachten, ouders, en leerlingen hebben allemaal hun eigen verantwoordelijkheden. Dragen van verantwoordelijkheid betekent ook dat er verantwoording moet worden afgelegd.

​

Verantwoording betekent:

• Het uitleggen waarom je het zo deed vb: de directeur legt verantwoording af aan de ouders.

• Hem ter verantwoording roepen [hem laten zeggen waarom hij het zo deed]

Tips voor het nemen van verantwoordelijkheid:

Tip 1 – Anderen kunnen op je rekenen als je verantwoordelijk bent: kom je afspraken na

Andere mensen willen graag op ons kunnen rekenen. Dankzij verantwoordelijkheid kan dat. Hoe kun je dit bereiken? Je houdt je bijvoorbeeld aan je afspraken!

Tip 2 – Je legt rekenschap af voor wat je wel of niet hebt gedaan

Je probeert je fouten niet te verbergen. Je bent bereid de consequenties (gevolgen) zelf te aanvaarden, de fout eventueel te herstellen en de les te leren.

Heb de nederigheid om je fouten te erkennen.

Bovendien ben je op deze manier toegankelijk voor andere mensen om jou feedback te geven. Mensen kunnen op je rekenen omdat ze weten dat ze je zonder problemen aan kunnen spreken op gedrag.

Tip 3 – Je legt geen rekenschap af voor wat anderen wel of niet hebben gedaan

Je richt je op wat je zelf doet. Daar heb je namelijk invloed op. Je richt je dus niet op wat een ander wel of niet hoort te doen.

Ik richt me op mijn eigen deel, niet op dat van een ander.

tip 4 – Als je verantwoordelijk bent, doe je dingen met volledige inzet

Ben je verantwoordelijk? Dan toon je inzet en doe je daadwerkelijk je best. Dit doe je om een zo goed mogelijk resultaat te behalen.

Tip 5 – Ben je verantwoordelijk? Dan accepteer je opbouwende feedback

Wanneer je op gedrag wordt aangesproken als er iets verkeerd is gegaan accepteer je het. Je schiet niet in de verdediging én je bent bereid om misverstanden op te lossen.

Tip 6 – Je accepteert complimenten en lof voor jezelf

Je neemt verantwoordelijkheid voor jezelf door alle lof en mooie complimenten en erkenning te ontvangen. Doe dit wel met de nodige bescheidenheid.

Tip 7 – Je geeft anderen niet de schuld

Als je een fout maakt, dan neem je daar verantwoordelijkheid voor door anderen en je eigen geheugen niet de schuld te geven. Je verzint geen smoesjes. Op deze manier kunnen andere mensen inzien dat ze op je kunnen rekenen. Dit is een teken van volwassenheid.

Tip 8 – Je belooft niks wat je niet kunt doen

Je belooft niet dat je dingen gaat doen die eigenlijk te moeilijk voor je zijn of waar je geen tijd voor hebt. Het is onverantwoordelijk gedrag als je te veel verantwoordelijkheden op je laadt en je vervolgens niet aan de afspraken houdt. Hoe goed je bedoelingen ook zijn.

Samenvatting voor het tonen van verantwoordelijkheid

Ik gedraag me verantwoordelijk. Ik doe dus altijd mijn best en ik houd me aan mijn afspraken. Zowel complimentjes als opbouwende feedback ontvang ik met openheid.

• Speel of loop niet in de praktijkklas.

• Zorg dat je weet hoe een machine werkt.

• Gebruik de voorgeschreven beschermingsmiddelen.

• Blijf rustig werken, ook als iets snel af moet.

• Laat je niet afleiden.

• De bewegende delen van een machine worden afgeschermd met beschermkappen. Ze zijn er niet voor niets, haal ze niet weg.

• Weet waar de stopknop en noodstop van de machine zitten. Druk deze meteen in als er iets mis gaat. De noodstop is geel met rood

Als je afwezig bent geweest is het je eigen verantwoordelijkheid om je presentatie bij te werken zodat die op tijd klaar geraakt voor de deadline. Denk er ook aan dat je in de klas misschien foto's moet nemen en/of delen om te verwerken in je presentatie.

​

Verder zorg je er altijd voor dat je je iPad thuis hebt opgeladen! Wanneer je in de klas komt met een lege iPad is dit vooral heel erg vervelend omdat je deze constant nodig hebt.  In dat geval zal ik je vragen om het werk dat voorzien is voor tijdens de les thuis te maken als huiswerk tegen de volgende les.

​

Elke week heb je voor STEM een toets. Om het duidelijk te houden gebeurt dit altijd op dezelfde dag van de week. Een eventuele uitzondering zal altijd heel duidelijk op voorhand worden gecommuniceerd. 

Wanneer je afwezig bent geweest tijdens een toets haal je die pas de week erna in. Met andere woorden: op de dag van de toets maak je dan niet één maar twee toetsen.

​

Voor toetsen wordt altijd een schriftelijke voorbereiding verwacht die gemaakt is volgens de afspraken in Smartschool. (STEM2TSO > vaknieuws > Hoe begin je aan een schriftelijke voorbereiding? 4 stappen!)

In de rij staan is belangrijker dan je denkt. Het is natuurlijk leuk als je gewoon nog even rustig kan babbelen tot je naar de klas vertrekt, maar stilstaan in de rij doe je voor een paar goede redenen:

Als je net speeltijd hebt gehad ben je waarschijnlijk nog heel actief van rond te lopen, voetballen, of andere dingen. Het is dan goed om even stil te staan en te zwijgen zodat je lichaam terug in ‘rustmodus’ kan komen. Dit is belangrijk omdat je dan in de klas ook weer rustig kan zijn. Als leerlingen na de speeltijd meteen in de les zouden binnenlopen is iedereen veel te wild en gebeuren er binnen de kortste keren conflicten, met andere leerlingen of met je leerkracht.

In de rij staan, zo doe je dat:

1. Als de bel gaat, ga je onmiddellijk naar de rij mét je boekentas.

   • Je zorgt dat je eventuele spullen uit je locker hebt gehaald VOOR de bel gaat.

2. Kappen, petten, mutsen, en oortjes gaan onmiddellijk uit wanneer de bel gaat.​

   • Ook eten, drinken en gsm hoort niet meer in de rij.

3. Wanneer je aankomt in de rij sluit je achteraan aan. Je steekt met andere woorden geen andere leerlingen voor omdat je vindt dat dat jouw plaats is.

4. Je maakt een ordelijke rij met 2 stenen tussen elke leerling.

5. Laat andere leerlingen met rust.

   • Niet meer praten, niemand aanraken, niet naar achter kijken, ...

6. Je kijkt naar voor richting de A blok.

7. Eventuele vragen stel je pas in het klaslokaal.

8. Je wacht tot je leerkracht het teken geeft dat je mag doorgaan.

Het schoolreglement is uiteraard ook van toepassing tijdens de lessen STEM. Zaken zoals bellen, sms’en, eten, pesten, mogen uiteraard ook niet in het lokaal van STEM!

De enige uitzondering van het schoolreglement is het gebruik van de smartphone. Deze heb je soms nodig. De afspraak is dan ook dat je je smartphone alleen mag gebruiken als het nodig is voor de les. Berichten sturen, foto's of video's maken van andere leerlingen, social media checken enzovoort kan dus ook niet bij STEM!

​

Het schoolreglement kan je steeds vinden op de website van Don Bosco Hoboken:

www.donboscohoboken.be/schoolreglement/

Als je vindt dat je niet eerlijk behandeld wordt, of als je met iets niet akkoord bent kan je daar erg boos van worden. Dat is normaal, maar toch is het heel belangrijk om dan rustig en beleefd te blijven.

​

Als je boos bent:

1. Blijf rustig op het moment dat je een opmerking of strafwerk krijgt.

2. Wacht af tot er een geschikt moment is om even te komen praten. Dit kan zelfs na de les of tijdens een speeltijd.

3. Leg uit met goede argumenten waarom je vindt dat je niet eerlijk behandeld werd.

​

Leerlingen die meteen in discussie gaan zullen alleen maar meer strafwerk krijgen omdat ze de les blijven storen.

Ik verwacht van al mijn leerlingen dat ze het goede voorbeeld geven aan anderen.

In het bijzonder aan de leerlingen van de eerste jaren. Er is niets mis met het goede voorbeeld zijn. Integendeel zelfs. Het is nooit fijn als je berispt moet worden omdat je niet doet wat van je verwacht wordt. Je krijgt dan een conflict waar je als leerling meestal niet beter van wordt. Anderzijds kan het wel leuk zijn als je een compliment krijgt omdat je goed bezig bent. 

​

Bovendien blijkt uit studies dat leerlingen die de regels volgen, ook betere punten hebben. Dit is logisch, want wanneer je strafwerk krijgt, of zelfs uit de les gezet wordt heb je minder tijd om dezelfde leerstof te leren dan je klasgenoten. Bovendien zal een leerkracht altijd liever leerlingen helpen die doen wat van hen verwacht wordt dan een leerling die steeds de lessen stoort. 

​

Goede afspraken maken goede vrienden!